
Kaapren varen
Al die willen te kaap'ren varen is een Nederlandstalig volkslied. Het volksliedje valt onder het genre zeemanslied. Het wordt ook als kinderlied gezongen.
Inhoud
Het lied gaat over een groep zeevaarders genaamd "Jan, Pier, Tjores en Corneel". Tegenwoordig worden deze namen wel verbasterd tot "Jan, Piet, Joris en Corneel".
Het lied somt een aantal kenmerken van de zeevaart op en meldt dat iedereen die daaraan wil meedoen, een baard moet hebben. Daarmee wordt bedoeld dat ze geen baardloze jongens moeten zijn, dat ze mannen moeten zijn die van aanpakken weten en niet voor een kleintje vervaard zijn.
De coupletten
In het eerste couplet wordt gesproken over "te kaap'ren" varen, waarmee vermoedelijk de kaapvaart of commissievaart wordt bedoeld. De incipit van het eerste couplet van de oudste versie van het lied in de Nederlandse Liederenbank van het Meertens Instituut luidt: 'Al die willen te kap'ren varen, / moeten mannen met baerden zyn'. Het komt uit de liedbundel Het oude Nederlandsche lied van Florimond van Duyse (1903).
Van Duyse vermeldt als de bron E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1e druk: Gent 1856). Elders geeft Van Duyse als commentaar:
'Te kap'ren varen' beteekent als zeeroover, als vrijbuiter varen.
De Duinkerkenaren - De Coussemaker leerde ongetwijfeld het lied te Duinkerke kennen -
onderscheidden zich te allen tijde als vrijbuiters,
nl. door hunne tochten tegen Spanje, Nederland en Engeland.'
Zowel Florimond van Duyse als Edmond de Coussemaker vermelden alleen het eerste couplet. Een Franse versie van dit lied, chant de corsaires, zou uit Duinkerken en de 17e eeuw stammen. Deze versie is veel gewelddadiger.
Het tweede couplet gaat over het eten van ranzig geworden tweebak, dat wil zeggen: scheepsbeschuit.
Het vierde couplet verwijst waarschijnlijk naar de walvisvaart, die immers bij de noordkaap plaats vond.
Ouderdom liedje
Dat de oudste vindplaatsen teruggaan tot in de negentiende eeuw, wil niet zeggen dat het liedje uit deze periode stamt. In de negentiende eeuw werden, onder invloed van de Romantiek, veel volksliedjes verzameld en uitgegeven. Het liedje kan echter veel ouder zijn en in de mondelinge overlevering lange tijd zijn doorgegeven, voordat het voor het eerst werd opgetekend.